, [], Whether the notional acts proceed from something?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zie, Die de bergen formeert, en den wind schept, en den mens bekend maakt, wat [38]zijn gedachte zij, Die den [39]dageraad duisternis maakt, en op de [40]hoogten der aarde treedt, HEERE, God der [41]heirscharen, is Zijn Naam. 38. Die het hart des mensen doorgrondt en zijn verborgenste gedachten weet, doende zulks blijken metterdaad, wanneer Hij des mensen geheimste aanslagen en voornemens dikwijls wonderbaarlijk ontdekt en belet. Of men kan het nemen voor een bewijs van Gods almacht, dewijl Hij toekomende dingen, die Hij in zijnen raad besloten heeft, den mensen openbaart, en evenwel onverhinderd in het werk stelt. Verg. Jes.41:22,26. 39. Dat is, licht in duisternis verandert, als het Hem belieft. Zie hfdst.5 vs.8. Anders: dageraad [en] de duisternis, dat is, dag en nacht maakt. 40. Dat is, die verheven is boven alle heerlijkheid en souvereiniteit, alle wereldse hoogheid als onder zijne voeten hebbende. Verg. Micha 1;3. 41. Zie 2 Kon.18:15.